Atelierbezoek (8)

“Not to laugh, not to lament,
nor to detest but to understand”
Spinoza

Spinoza
Spinoza, ca.1665

Wim Klever,  Spinoza-kenner stuurde mij
na atelierbezoek – onderstaand citaat
om de Spinoza-Nietzsche relatie
in het juiste perspectief te plaatsen:

Nietzsche an Overbeck (30-7-1881):
“Ich bin ganz erstaunt, ganz entzückt!
Ich habe einen Vorgänger und was für einen!
Ich kannte Spinoza fast nicht:
dass mich jetzt nach ihm verlangte,
war eine ‘Instinkthandlung’.
Nicht nur, dass seine Gesamttendenz
gleich der meine ist –
die Erkenntnis zum mächtigen Affekt zu machen -,
in fünf Hauptpunkten seiner Lehre
finde ich mich wieder, dieser abnormste
und einsamste Denker ist mir gerade
in diesen Dingen am nächsten:
er leugnet die Willensfreiheit -, die Zwecke-,
die sittliche Weltordnung-,
das Unegoistische-,  das Böse-
… Meine Einsamkeit …
ist wenigstens jetzt eine Zweisamkeit”.

Nietzsche
Prof. Dr. Friedr. Nietzsche

Wim Klever, raakt niet van slag wanneer kunstenaars
zoals ik -en onlangs nog gedriën in gesprek
met Job Koelewijn-, hem eigenzinnige
interpretaties voorleggen op zijn vakgebied:

“Wat aardig en lief van je, Marjolijn,
om mij weer een stukje van je zieleroerselen mee te delen.
In mijn verbeelding zie ik je bezig om
met een kroontjes-pen het inhoudsrijke fragment
van Nietzsche al schrijvend te interioriseren.
En het vervolgens beeldend uit te drukken op 10 meters lange rollen:
de lengte is nodig voor het gewicht van de tekst!
Wij gaan nog eens verder met elkaar praten
over de filosofie in dit Latijnse fragment*,
dat essentieel is bij Spinoza
en in verschillende varianten voorkomt.
Nietzsche geeft er een mooie en interessante uitleg van,
die echter niet helemaal spoort met Spinoza’s bedoeling.
Fijn dat je zo goed bezig bent.
Ik kan dat goed navoelen omdat dergelijke gevoelens
zich ook in mij doen gelden.
Ik heb zojuist – en dat was echt werk voor de winter –
de tekst van mijn autobiografie voltooid (…).
Daarna wil ik nog een Engelstalige versie maken
van mijn laatste boek (2010)
over “David Hume en Spinoza”.
(…)

Wim Klever, doelt op onderstaan Nietzsche-citaat,
dat ik inmiddels (inderdaad met kroontjespen)
op mijn Travelogue(3) 2011 heb overgeschreven:

*”Wat betekent tot inzicht komen?
-Non ridere, non lugere, neque detestari, sed intelligere! zegt Spinoza, zo eenvoudig en verheven, zoals dat zijn aard is. Inmiddels: wat is dit “intelligere” in laatste instantie anders dan de vorm, waarin ons juist de drie eerstgenoemde zaken tegelijk voelbaar worden? Een resultaat uit de verschillende en tegenstrijdige driften van het willen uitlachen, beklagen en verwensen? Voordat perceptie mogelijk is, moet elk van deze driften eerst een eenzijdige kijk op het ding of het voorval naar voren gebracht hebben; achteraf ontstond dan de strijd tussen deze eenzijdigheden en daaruit soms een midden, een kalmering, een gelijkgeven naar alle drie de kanten, een soort gerechtigheid en verdrag: want krachtens de gerechtigheid en het verdrag kunnen al deze driften zich in ons bestaan waarmaken en in vereniging gelijk krijgen. Wij, die ons slechts bewust worden van de laatste verzoeningsscenes en eindafrekening in dit langdurige proces, menen dientengevolge dat “intelligere” iets verzoenends, gerechtigs, goeds is, iets dat in wezen tegenovergesteld is aan de driften; terwijl het niet meer is dan “een zekere verhouding van de driften onderling”. In het verleden heeft men meestal alleen het bewuste denken beschouwd als denken: eerst nu begint voor ons de waarheid te schemeren, dat het allergrootste deel van onze geestelijke werkzaamheid voor ons onbewust en ongevoeld verloopt: ik ben echter van mening, dat deze driften, die hier met elkaar strijden, zeer goed in staat zullen zijn zich “voor elkaar voelbaar” te maken, “elkaar” pijn te doen- die geweldige, plotselinge uitputting, waardoor alle denkers geplaagd worden, zal daar haar oorsprong vinden (het is de uitputting van het slagveld).
Ja, misschien bestaat er in ons strijdbaar innerlijk menig verborgen “hero-en-dom”, maar zeker niets goddelijks, eeuwig-in-zich zelf-rustend, zoals Spinoza meende. Het “bewuste” denken, en met name dat van de filosofen, is de minst krachtige en daarom ook in verhouding de mildste en rustigste soort van denken: en zo kan juist de filosoof het makkelijkst op een dwaalspoor geleid worden met betrekking tot de natuur van het tot inzicht komen, van de perceptie.”
(333) blz. 192, De vrolijke wetenschap,
Friedrich Nietzsche)

zie: atelierbezoek(1) zie: atelierbezoek(2)
zie: atelierbezoek(3) zie: atelierbezoek(4)
zie: atelierbezoek(5) zie: atelierbezoek(6)
zie: atelierbezoek(7) zie: atelierbezoek(8)
zie: atelierbezoek(9) zie: atelierbezoek(10)
zie: atelierbezoek(11) zie: atelierbezoek(12)
zie: atelierbezoek(13) zie: atelierbezoek(14)
zie: atelierbezoek(15) zie: atelierbezoek(16)
zie: atelierbezoek(17) zie: atelierbezoek(18)
zie: atelierbezoek(19) zie: atelierbezoek(20)
zie: atelierbezoek(21) zie: atelierbezoek(22)
zie: atelierbezoek(23) zie: atelierbezoek(24)
zie: atelierbezoek(25) zie: atelierbezoek(26)
zie: atelierbezoek(27) zie: atelierbezoek(28)
zie: atelierbezoek(29) zie: atelierbezoek(30)
zie: atelierbezoek(31)

12 thoughts on “Atelierbezoek (8)”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *