Martine Prange

Het boek “Lof der Méditerranée,
Nietzsches vrolijke wetenschap tussen noord en zuid”
van Martine Prange was een leidraad voor me
tijdens de zeven jaar durende poging om
de taal van de dooiwind beeldend te doorgronden.
Martine Prange gaf me inzicht in de weg die ze zich baande
door Nietzsche’s teksten;
in heldere bewoordingen schotelde ze me haar keuzes voor.
Ik sprong in het rode vervoermiddel
dat haar boek voor me was en liftte mee
naar de Méditerranée.
Onderweg schreef ik haar interpretaties
met kroontjespen op mijn museumkarton,
vlocht die door mijn zelfgezochte Nietzsche citaten
en gebruikte dat vlechtmatje als voedingsbodem voor tekeningen.
Woorden brachten het tot parallelle hersenstromen.
Het eigenzinnige NIEUWE boek van Martine Prange,
Nietzsche, Wagner, Europe
verscheen ten tijde van de afronding van mijn zoektocht
naar de taal van de dooiwind.
Martine Prange heeft inmiddels een bijdrage geleverd
aan mijn boek
de taal van de dooiwind
dat verscheen bij Uitgeverij TAB Timmer Art Books.

zie boek: Lof der Méditerranée
zie: Martine Prange

Lichtzwaar(26)

Lichtzwaar!(26) 2013 potlood/inkt op papier 61 x 46 cm.

* “(…) geschreven in de taal van de dooiwind:
het bevat overmoed, rusteloosheid, tegenspraak
(…)

Is het een wonder, dat er hierbij veel ondoordachts en dwaas’
aan het licht komt, veel baldadige tederheid, verspild zelfs
(…)”

Tussen deze twee door Nietzsche in het voorwoord bij
“De vrolijke wetenschap” neergeschreven zinnen
heb ik mij de afgelopen zeven jaren opgehouden.
Om de dooiwind aan den lijve te ondervinden
reisde ik van Sils-Maria in Zwitserland naar Genua in Italië,
de tocht waaruit deze tekst in 1886 voortkwam.
De taal van de dooiwind zocht ik in Nietzsche’s
“dichtgesneeuwde ziel waarop een dooiwind inpraat”*,
in het landschap, maar vooral in de denkbeeldige reizen
in mijn atelier.
Ik identificeerde me met- en zette me af
tegen het natuurgeweld van de waterval bij Sils-Maria,
de behaagzucht van de cascade in Genua
en de balorige draaikolken in de rivier de Saale
bij Naumburg, waar Nietzsche opgroeide:
“der Nebel und ich ruhen auf dem Wasser”*.
De getekende omschrijvingen
van de uiteenlopende waterstromen gaven het instinct
de kans om de taal te doorgronden.
Het “zonnebaden der gedachten”* bracht mij
vrijgevochten standpunten.
De alles zeggende kleuren van de lucht,
boven het schone Sils-Maria, het wellustig gele Genua
en het ingeperkte Naumburg an der Saale,
maakten de zeggingskracht van het licht verhelderend.
De taal van de dooiwind ingeleefd, ontleed, omgesmolten,
verspild zelfs …

*Nagelaten fragmenten(1888)
*Nietzsche aan Paul Deussen(Naumburg 1864)
*De vrolijke wetenschap,
inleiding bij de tweede editie(herfst 1886)
———-
zie: “der Nebel und ich ruhen auf dem Wasser
zie: dooiwind
zie: Travelogue
zie: the process of thawing
zie: de taal van de dooiwind
zie: Trouw 17-02-2015

One thought on “Martine Prange”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *