Verliezen om het vinden
door Olphaert den Otter
Marjolijn van den Assem laat mij in haar atelier
het werk zien dat ze tot nu toe gemaakt heeft onder de titel
‘bewustzijn van schijn’.
Die drie woorden staan boven paragraaf 54 van het eerste boek
van ‘Fröhliche Wissenschaft’ van Friedrich Nietzsche.
En inderdaad maakt de filosoof zich daarin vrolijk
over een intense ontdekking die hij doet,
die samenhangt met de eeuwige wederkeer van het gelijke.
Die vrolijkheid spat met de hamerende intensiteit,
die hem zo kenmerkt, van het papier.
Als Van den Assem iets van hem heeft overgenomen in haar jaren-, nee decennialange uiteenzetting met Nietzsche,
dan is het deze hamerende intensiteit.
In haar serie ‘bewustzijn van schijn’ geeft ze een tuin weer.
Het is een min of meer bestaande tuin in ‘Het Zuiden’.
Die tuin is er in het echt, maar hij wordt weergegeven
met de macht die het geheugen heeft over de dingen.
Alles in die tuin kan worden getransformeerd in iets anders.
De kunstenaar ‘werkt in de tuin’: ploegt, egt, graaft, zaait,
laat kiemen, groeien, bloeien, vervallen, vergaan, raapt op,
legt apart, neemt mee, eet en drinkt er uit.
Ze leeft in en met die tuin.
Ze brengt lagen aan.
Het zeer harde H6 potlood werkt als een droge naald op het papier.
Het graveert meer dan dat het tekent.
Er is weinig van te zien.
Later tekent ze verder met zachtere potloden,
tot het zeer zachte B6: die maakt de gegraveerde ‘schade’
als schoonheid zichtbaar.
Het papier wordt er bijna leerachtig door:
gelooid en gepolitoerd door de met grafiet verzadigde handen
van de kunstenaar.
Zien we nu die ‘tuin’?
Of kijken we mee in het hoofd van Van den Assem?
Beleven wij haar lotgevallen ter plaatse mee?
Of is het geen van beiden en is wat wij zien
een geheel autonoom proces dat zich in óns hoofd afspeelt,
slechts aangereikt – laten we zeggen als een ingezaaid bloembed –
door de kunstenaar?
In een essay van neurobioloog Jean-Pierre Changeux
(‘De ‘Baricades Mysterieuses’ van onze hersenen’ over Antoine Watteau) lees ik hoe we kijken naar een kunstwerk.
Het vermoeden bestaat dat het ondergaan
van de esthetische complexiteit van een kunstwerk
mogelijk is door een specifiek en zeer fijn vertakt netwerk
van neuronen met een uitzonderlijke lengte
en een enorm aantal onderlinge verbindingen.
Het brein is daarbij een ‘betekenisgenerator’,
die de op zichzelf betekenisloze realiteit,
die buiten ons staat, een eigen interpretatie verschaft.
Dus ja: wat wij waarnemen is een spel ín ons hoofd.
Wij maken eigen beelden van dat wat ons wordt aangereikt.
Zo zag ik in een aantal tekeningen van deze tuin een paard!
Ik ken het werk van Van den Assem goed genoeg
om daar geen paard in te willen verwachten.
Dan zal het wel het Paard van Troje zijn, dat – zoals bekend –
helemaal geen paard was, maar een container,
van waaruit allerlei wapentuig en manschappen de stad
werden binnengehaald.
Precies dat deed mijn ‘paard’ in deze tuin, in deze tekeningen,
in mijn hoofd.
Terwijl ik nog over mijn paard nadacht,
sprak Marjolijn van den Assem over ‘de tuin als theater’.
Ook dat kan je zien: een toneel, waarop zich een drama afspeelt.
Een koningsdrama, want grootse ernst is er
naast vrolijke wetenschap altijd in haar werk.
Wat een rijkdom!
Wat een overgave aan ideeën, arbeid, bewustzijn, schijn.
Het woord ‘overgave’ is zozeer van toepassing,
zo geheel samenvallend met het kunstenaarschap van Van den Assem,
dat we het bijzondere ervan nauwelijks meer opmerken.
Die overgave is TOTAAL.
Zij verliest zich om wezenlijks te vinden.
Ik vertelde iets waarin deze zinsnede voorkwam:
‘alsof je leven ervan afhangt’.
Meteen ergert zij zich aan het woord ‘alsof’.
Natuurlijk hangt je leven ervan af! Kom op zeg!
Daarin ligt een grote kracht van kunstenaarschap:
in dat totale, niets ontziende zelfverlies.
En nu blijkt dat onze hersenen, bij het zien van een kunstwerk,
het lezen van poëzie, het horen van muziek,
niet alleen gebruikmaken van dat complexe netwerk van verbindingen, maar dat dat netwerk zich er tevens door ontwikkelt.
Wij worden er in de meest letterlijke zin beter van
kunst te ondergaan.
Kunst maken en als een speer de wereld in slingeren
is een diep-humane daad.
Olphaert den Otter
Maart 2019
zie: Olphaert den Otter
zie: atelierbezoek(1) zie: atelierbezoek(2)
zie: atelierbezoek(3) zie: atelierbezoek(4)
zie: atelierbezoek(5) zie: atelierbezoek(6)
zie: atelierbezoek(7) zie: atelierbezoek(8)
zie: atelierbezoek(9) zie: atelierbezoek(10)
zie: atelierbezoek(11) zie: atelierbezoek(12)
zie: atelierbezoek(13) zie: atelierbezoek(14)
zie: atelierbezoek(15) zie: atelierbezoek(16)
zie: atelierbezoek(17) zie: atelierbezoek(18)
zie: atelierbezoek(19) zie: atelierbezoek(20)
zie: atelierbezoek(21) zie: atelierbezoek(22)
zie: atelierbezoek(23) zie: atelierbezoek(24)
zie: atelierbezoek(25) zie: atelierbezoek(26)
zie: atelierbezoek(27) zie: atelierbezoek(28)
zie: atelierbezoek(29)