Dionysus/Apollo

Nog een citaat,

Uit: Alle lust wil eeuwigheid. Het magistrale levensscenario van Friedrich Nietzsche. Peter Claessens.
Uitg: De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen, 2008.

Tussen die twee polen speelt zich alles af: het dionysische, dat de grenzen van het individu opheft, als schijn ontmaskert en het onverzadigbare, moordlustige fundament van het bestaan in een lucide roes doet oplichten, en het apollinische, dat als een helende droom een schone sluier over de naakte, brute existentie spreidt.

Het dionysische met het irrationele gelijkstellen en het apollinische met rationaliteit, zoals sindsdien vaak gebeurt, strookt niet met de interpretatie van het begrippenpaar die Nietzsche eraan gaf als hij het introduceert in de westerse kunst- en cultuurfilosofie. Ratio speelt nog geen rol in Nietzsches vroege, metafysische esthetica. Alles speelt zich af tussen roes en droom, tussen de smartelijke ervaring en het verheffende beeld. De vernietigende oerlust van het bestaan wordt in beeld gebracht en gesublimeerd door het samengaan van Apollo en Dionysus.
Het zijn de twee esthetische principes die werkzaam zijn in de mens en ook de natuur doordringen. Want “alleen als esthetisch fenomeen wordt de wereld gerechtvaardigd”, zo luidt de maxime, die duidelijk maakt dat kunst soeverijn heerst in Nietzsches sadistisch universum anno 1872:

Hier, op een moment waarop voor de wil het grootste gevaar dreigt, verschijnt de kunst ten tonele, als reddende, heelkundige tovenares. Zij alleen is in staat die gevoelens van weerzin ten opzichte van de gruwelen en de absurditeit van het bestaan om te vormen tot voorstellingen waarmee te leven valt.
(Uit: De geboorte van de tragedie.)

zie: Stifter

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *