TOONZAAL

DE STICHTING TOONZAAL MAAKT ZICH STERK VOOR DE MAATSCHAPPELIJKE EN FINANCIELE POSITIE
VAN DE KUNSTENAAR
.
Lees: Over TOONZAAL en wordt nu donateur!
Wie?
De drijvende kracht achter TOONZAAL
is Robin Kolleman (zie onder),
zij verdient een medaille.

Schermafbeelding 2012-02-13 om 14.37.38
* TOONZAAL richt zich op de organisatie
van bijzondere tentoonstellingen,
op onverwachte locaties
.
* TOONZAAL initieert en organiseert lezingen,
seminars en andere bijeenkomsten
met een informatief karakter.

Speciaal voor TOONZAAL schreef Gilbert van Drunen
een liefdesverklaring aan de kunst,
en met name voor de zogenaamde onvoltooide Jan van Eyck:
de ‘Heilige Barbara van Nicodemië’:

Eenendertig bij achttien centimeter

In Antwerpen, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten – alleen die naam al, Schone Kunsten… daar krijg je toch honger van. Geen honger naar aardappelen, of witlof… nee, naar amandelen, dadels, een toef slagroom, cognac… Schone Kunsten, een been, een hand… vingers… heel even… ach…
In Antwerpen hangt een schilderij waar ik bijkans gek van word, dat, als ik deze eenendertig bij achttien centimeter weer eens zie… niet te vaak… de liefde zou te groot worden, te omvangrijk, te allesomvattend, te dicht bij de omhelzing van het paard, denkend aan Wagner als de allergrootste om vervolgens slechts te zwijgen en het paard keer op keer een suikerklontje te geven – en ik heb nog zoveel te doen. Afstand is dus van levensbelang. Maar als ik er dan weer eens voor sta, dwingt het aanschouwen mijn vingers direct naar de resetschakelaar: een schone lei… het formuleren van denkbeelden, meningen, kan weer beginnen!

De neergeslagen ogen van de ‘Heilige Barbara van Nicodemië’, de zogenaamde onvoltooide Jan van Eyck –wat volgens mij een volslagen misvatting is, hij heeft het schilderij immers gesigneerd en wat zou je hier, naar mijn bescheiden maar toch zeker ook deskundige mening, aan toe moeten voegen? Haar ogen, onzichtbare getuigen van een diep geloof, dat ik, de superarrogante (ja, ook Brel laat mij niet alleen door de Antwerpse straten dwalen), al zo lang kwijt ben en waar ik, op mistroostige momenten zo hevig naar kan verlangen. Dat geloof, de overgang van haar in diepe contemplatie verkerende lichaam, naar die omvangrijke, rijk gedetailleerde architectuur… een kathedraal, Barbara ís de kathedraal, Barbara ís architectuur.
En vrijwel alles is zwart-wit, als een tekening, maar geschilderd… doodverf noemen de specialisten deze onderschildering. Alsof de kleur het schilderij tot ‘leven’ zou moeten brengen… welk een armetierige blik op een religieus besef… kunsthistorici zijn maar al te vaak atheïsten, en daar gaat het nu juist zo vaak fout. Ik moet erbij zeggen dat iedere tijd zijn eigen dynamiek heeft… over 50 jaar zal er waarschijnlijk heel anders tegen dit zwart-wit worden aangekeken, zal het misschien gezien worden als verlengen van de geschreven teksten, het schrift als verlengstuk van het woord van God waar velen dan weer grote waarde aan zullen hechten. Ik niet. Ik blijf, voorlopig nochtans – zolang ik niet beter weet – liever in de verbeelding van religie. De doodverf gaf Van Eyck de gelegenheid het lichamelijke van Barbara te transformeren, ze was immers door haar eigen vader onthoofd!
We zien de geestverschijning van Barbara, want geesten zijn zwart-wit. Ze heeft transcendentaal (hier is de kunstenaar Van Eyck die oude filosoof Kant toch maar mooi 300 jaar te snel af geweest) de dood overwonnen. De palmtak in haar hand schijnt hier symbool voor te staan; weer volgens de atheïstische kunsthistorici. Maar, juist in de doodverf zélf zie je haar herrijzenis!
Hoe haar prachtig krullende losse haren, in doodverf, langs haar schouders (nog nooit zo klein geweest, nimmer een last meer te dragen… ze is immers dood!) oplossen in de verticale lijnen van de trotse kathedraal… religieuze erotiek! En hoe haar jurk, rijk plooiend, de staat van absolute rust uitstraalt, in schril contrast met de voortploeterende bouwvakkers – ook al in doodverf! – als devote dienaren van de prachtige Barbara. Kleur zou te veel emotie zijn, dat laat Van Eyck slechts aan de natuur over, de onstuimige lucht.
Heeft er iemand nog een cognac voor me!

Naïef mijmer ik, meanderend door de straten van Antwerpen, over een winnend staatslot dat me in staat zou stellen, dat me lichamelijk in staat zou stellen urenlang, dag in dag uit slechts ondergedompeld te zijn in devotie… Verlost van de waan van de dag, de stand van mijn bankrekening, het niveau van vriendschap, verlost van de noodzaak van een goede gezondheid. God; wat het ook moge zijn – in mijn geval vast en zeker geen metafysische vertaalslag van mijn ego: teveel genot, teveel zelf-genoeg-zaam-heid – maar, een winnend lot, en dan: witte wijn, tijd, kunst, veel kunst
en voor even dichter bij…  jawel: God?

Gilbert van Drunen
Rotterdam 2012

STEUN DE STICHTING TOONZAAL,
door donateur of sponsor te worden
en door aandacht te besteden aan de manifestaties,
ZEG HET VOORT!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *