… au-delà du Nord (troisième partie) …
zie: Haus im Norden (Peter Fox)
zie: les couleurs du Sud
Ver’schijn’terrein / auftauchendes Gelände /
Looming area / Domaine indéfinissable
potlood (6H t/m 8B) op museumkarton 23 x 30 cm
zie: Il faut Méditerraniser(3)
zie: Domaine indéfinissable(2)
zie: Domaine indéfinissable(3)
zie: Domaine indéfinissable(5)
zie: bewustzijn van schijn(7)
zie: les jardins(S)(3)
bewustzijn van schijn(61) 2019 (61-delige serie)
potlood (6H t/m 8B) op museumkarton 23 x 30 cm
“Wir lagen fröhlich wie zwei Seeigel in der Sonne. (…)
Ihr getreuer Seelen-Nachbar,
F. Nietzsche”
an Heinrich Köselitz in Venedig,
Genova den 5. Februar 1882
zie: Genova on my mind
zie: il faut méditerraniser(2)
Onze kaarten hebben we achtergelaten,
ergens, niet boos, niet weemoedig:
ze vertelden ons wat we al wisten,
waar we vandaan kwamen.
Niet waar we waren.
Rutger Kopland
(met dank aan Wim van Willegen)
OPEN PLEK
Midden in het bos bevindt zich een onverwachte open plek
die slechts gevonden kan worden door wie is verdwaald.
De open plek is omsloten door een bos dat zichzelf verstikt.
Zwarte stammen met asgrijze mosstoppels. De dicht opeengedreven
bomen zijn dood tot aan de toppen, waar een paar sporadische groene
takken aan het licht raken. Daaronder: schaduw broedend op
schaduw, het groeiende moeras.
Maar op de open plek is het gras verwonderlijk groen en
levend. Er liggen grote stenen, in rangorde. Het moeten de funda-
menten van een huis zijn, misschien heb ik het mis. Wie hebben hier
geleefd? Niemand kan er opheldering over geven. Namen staan
ergens vermeld in een archief dat niemand opent (alleen archieven
blijven jong). De mondelinge overlevering is dood en daarmee de
herinneringen. De zigeuners weten, maar zij die kunnen schrijven
vergeten. Noteren en vergeten.
De keuterboerderij gonst van stemmen, zij is het middelpunt
van de wereld. Maar de bewoners sterven of trekken weg, de kroniek
stokt. Vele jaren staat zij verlaten. En de keuterboerderij wordt een
sfinx. Ten slotte is alles op de fundamenten na verdwenen.
Op de een of andere manier ben ik hier eerder geweest, maar
moet nu gaan. Ik duik het struikgewas in. Dring er slechts moeizaam
doorheen, één stap voorwaarts en twee opzij, als een schaakpaard.
Geleidelijk wordt het bos dunner en lichter. Schreden worden langer.
Een voetpad sluipt op mij af. In ben terug in het communicatienet.
Op de neuriënde electriciteitspaal zit een kever in de zon.
Onder de glanzende dekschilden liggen zijn vleugels even zinvol
gevouwen als een door een expert ingepakte parachute.
Prozagedicht van Tomas Tranströmer; vertaling Bernlef
Oneindig bedankt, Wim!
Hoi Marjolijn,
Wat een mooie serie en het gaat steeds verder en door, prachtig!
Groet, Suzanne