Onlangs, tijdens een atelierbezoek, waarbij ik trachtte uit te leggen
hoe ik te werk ga, gebruikte ik het woord “deduceren”:
tot de kern proberen te komen door middel van
‘eindeloos en bedachtzaam overschrijven’.
Ofwel:
schijnbaar oeverloos overschrijven in een poging
om, door het me op die manier ‘eigen maken’ (inlijven)
van een tekst, die te doorgronden.
Door gaandeweg weg te laten wat minder ‘aanspreekt’
kan een standpunt worden ingenomen.
Deduceren =
Afleiden door deductie, waarbij men
van het algemene tot het bijzondere besluit en
de waarheid van de premissen* noodzakelijk leidt
tot de ‘waarheid’ van de conclusie.
zie: Algemeen Nederlands Woordenboek
*Premis: een veronderstelling dat iets waar is
zie: wil tot waan (2)
zie: Das Bewusstsein vom Scheine
zie: de 73ste x Hölderlin
zie: Hölderlin(2)
DE VREUGDE VAN HET SCHRIJVEN
Waar rent die geschreven ree door het geschreven bos naartoe?
Gaat ze van het geschreven water drinken
dat haar snuitje als een doorslag spiegelt?
Waarom tilt ze haar kop op, hoort ze iets?
Op vier van de waarheid geleende pootjes steunend
spitst ze onder mijn vingers haar oren.
Stilte – dat woord ritselt ook over het papier
en het duwt
de door het woord bos veroorzaakte takken uiteen.
Boven het blanco papier liggen ze op de loer,
de letters die zich misschien niet zullen schikken,
de insluitende zinnen
waaraan niets of niemand intkomt.
In elke druppel inkt zit een flinke voorraad
jagers met toegeknepen oog,
klaar om langs de steile pen omlaag te rennen,
de ree te omsingelen en aan te leggen voor het schot.
Ze vergeten dat dit niet het leven is.
Zwart op wit heersen hier andere wetten.
Een oogwenk zal zo lang duren als ik wil,
ik kan hem opdelen in kleine eeuwigheden,
vol in hun vlucht gestuite kogels.
Zo ik het beveel, zal hier nooit meer iets gebeuren.
Buiten mijn wil zal zelfs geen blaadje vallen,
geen sprietje buigen onder de punt van enig reeënhoefje.
Er bestaat dus een wereld
waar ik absoluut over het lot regeer?
Een tijd die ik met tekenketens bind?
Een bestaan, continu op mijn bevel?
De vreugde van het schrijven.
Het vermogen te bewaren.
De wraak van een sterfelijke hand.
Wislawa Szymborska
Oooooohhhhh! Wim, dank je wel!