We zijn al veertig jaar bevriend,
Elizabeth de Vaal en ik,
we trekken ons aan elkaar op.
Er is verschil in kunstenaarschap,
verschil in uitgangspunten,
maar ook een gelijkgestemde vriendschap
en vooral
dezelfde liefde voor ons werk.
Elizabeth heeft haar draai gevonden
in Hongarije, ze realiseert kennismakings-
en uitwisselingsprogramma’s tussen
Nederlandse en Hongaarse kunstenaars.
Ze runt een “artists in residency” gastatelier,
waar kunstenaars, op zichzelf teruggeworpen
in het “oer” van het Hongaarse land,
tot verrassende nieuwe inzichten
kunnen komen.
Ze verbindt en stimuleert, legt contacten
dwars door taalbarrières heen,
laat cultuurverschillen vervagen
óf vergroot ze juist uit,
om de eigenheid te onderstrepen.
We zagen elkaar terug bij
Galerie Nouvelles Image
te ‘s-Gravenhage, bij haar nieuwste werken,
waarover Alexander Mayhew schreef:
“De Vaal lijkt haar heroïsche,
soms cartooneske X-Men-achtige figurente
willen ontrukken
aan een directe politieke lezing.
Haar figuren zijn zowel zielloos
als vol van leven, vormeloos
als goed gevormd,
opgetuigd als uitgekleed.
Ze verworden tot een constructie,
tot een narratief,
waarin geen conventionele eenheid
of consensus meer bestaat.
Wat hen desalniettemin schijnt te verbinden
is hun voortdurende worsteling
met de dunne scheidslijn
tussen goed en kwaad.”
zie: Maria Lassnig
zie: Just Quist
zie: JCJ Vanderheyden
zie: Shelagh Keeley
zie: Noelle Cuppens